E-evidence: De volgende uitdaging voor registrars in EU-regelgeving
Als directeur van de VvR volg ik nauwlettend de ontwikkelingen in EU-regelgeving die onze sector beïnvloeden. Dit artikel is het eerste in een reeks waarin we zowel bestaande als toekomstige wetgeving bespreken die relevant is voor registrars. Na de implementatie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de NIS2-richtlijn (cyberbeveiliging) en de Digital Services Act (online diensten), staat nu de e-evidence verordening voor de deur. De nieuwe richtlijn treedt in werking in het eerste kwartaal van 2026. De verordening volgt later en wordt van kracht op 18 augustus 2026. Deze nieuwe verordening zal de grensoverschrijdende toegang tot digitaal bewijsmateriaal binnen de EU vergemakkelijken.
Hoewel de implementatie nog enkele jaren op zich laat wachten, is het cruciaal dat we ons als sector tijdig voorbereiden op de mogelijke implicaties. Ik woon regelmatig bijeenkomsten bij van het Ministerie van Justitie en Veiligheid over deze aankomende wetgeving en wil graag het belang hiervan voor onze sector benadrukken.
Wat is e-evidence?
De e-evidence verordening zorgt voor een eenvoudiger en sneller proces voor buitenlandse autoriteiten om toegang te krijgen tot digitaal bewijsmateriaal dat bij registrars in andere EU-landen is opgeslagen. Dit betekent dat registrars direct benaderd kunnen worden door buitenlandse autoriteiten voor het verstrekken van gegevens, zonder dat er nationale tussenkomst nodig is.
Stel je voor dat de politie in Duitsland een onderzoek doet naar een cybermisdrijf dat deels in Nederland is gepleegd. Met de huidige regels kan dit een bureaucratisch proces zijn, waarbij de Duitse autoriteiten eerst een verzoek moeten indienen bij de Nederlandse justitie, die het vervolgens naar de juiste Nederlandse registrar stuurt. Dit proces kan weken of zelfs maanden duren.
Met de e-evidence verordening kunnen de Duitse autoriteiten rechtstreeks contact opnemen met de Nederlandse registrar en een specifiek verzoek doen om gegevens binnen tien dagen te verstrekken, of zelfs binnen acht uur in noodgevallen. Dit maakt het mogelijk om veel sneller op te treden bij misdrijven waarbij tijd van essentieel belang is, zoals een lopende cyberaanval.
Deze verordening is bedoeld om het strafrechtelijk onderzoek en de vervolging in een gedigitaliseerde wereld te verbeteren. Het stelt autoriteiten in staat om sneller bewijs te verkrijgen en effectief te reageren op criminele activiteiten die de grenzen overschrijden.
Waarom is dit belangrijk voor registrars?
Er zijn enkele cruciale punten waar we ons van bewust moeten zijn:
Huidige stand van zaken
Op dit moment bevindt de e-evidence verordening zich in de implementatiefase. De verordening werd in augustus 2023 aangenomen, maar de volledige implementatie duurt nog tot 2026. In Nederland werkt een werkgroep van het Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de uitwerking van processen en workflows. De nieuwe richtlijn treedt in werking in het eerste kwartaal van 2026, gevolgd door de verordening die van kracht wordt op 18 augustus 2026.
Wat doet de VvR?
We volgen de ontwikkelingen op de voet en zijn aanwezig bij de overleggen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Ons doel is om goed geïnformeerd te blijven en de belangen van onze leden te behartigen in dit proces. We houden jullie op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen via onze nieuwsbrieven en toekomstige informatiesessies.
Wat kun je doen?
Margreth Verhulst
Directeur VvR
Onze laatste berichten
NieuwsNieuws
.8 augustus 2024